Een ontmoeting met Japanse tuinsoorten. (deel 2/3)

Gepubliceerd op 26 december 2024 om 21:18

Vervolg op: “Een ontmoeting met Japanse tuinfilosofie.”

Beste lezer,

 

Welkom terug in dit tweede deel van onze trilogie over de Japanse tuintraditie. In het eerste stuk vertelde ik over mijn eigen reis, letterlijk en figuurlijk. Naar een dieper begrip van wat deze tuinen zo bijzonder maakt. Van de man in het mos tot Dragon Hill, elke ontmoeting was een spiegel. Vandaag duiken we dieper. Niet in persoonlijke herinneringen, maar in de rijke taal van vormen, principes en intentie: de soorten Japanse tuinen.

Want een Japanse tuin is nooit zomaar een tuin. Elke steen, elke grasspriet, elk wateroppervlak vertelt een verhaal. En dat verhaal verschilt per tuinsoort.

 

1. Karesansui - de droge steentuin

Misschien wel het meest iconische beeld uit de Japanse tuinwereld: golvende patronen in grind, zorgvuldig geharkt rond rotsformaties. Een karesansui of ‘droge tuin’ gebruikt geen water, maar suggereert het. Het grind staat voor rivieren of zeeën, de stenen voor eilanden of bergen. Deze tuinen zijn vaak verbonden aan Zen-kloosters en dienen als meditatieve ruimte. Stil, abstract en diep contemplatief.

Niet bedoeld om in te wandelen, maar om vanuit stilte te aanschouwen. Om te kijken tot je niet meer denkt, alleen nog maar bent.

2. Chaniwa - de theetuin

Een pad van natuurstenen, een waskom, een bamboehek… De chaniwa is een tuin die leidt naar de theeceremonie, en tegelijk deel uitmaakt van het ritueel zelf. Alles draait hier om voorbereiding, zuivering en stilte. Elk element, hoe klein ook, is met zorg gekozen om lichaam en geest tot rust te brengen.

Het pad naar de thee is geen route, maar een overgang.

3. Tsukiyama - de landschapstuin

Deze tuinen proberen natuurlijke landschappen op miniatuurschaal te imiteren: bergen, valleien, vijvers en bossen. Vaak geïnspireerd op werkelijke plekken uit Japan of China. Ze nodigen uit tot wandelen, verdwalen en opnieuw vinden. Bruggetjes, kronkelpaden en hoogteverschillen zorgen voor telkens nieuwe perspectieven.

In een tsukiyama-tuin ben je nooit toeschouwer, maar altijd deelnemer.

4. Roji - het ‘dauwpad’

Hoewel verwant aan de theetuin, is de roji nog soberder. Hier geen overdaad, geen kleur, enkel eenvoud. Het woord 'roji' betekent letterlijk 'pad van dauw', een poëtische verwijzing naar de vergankelijkheid van het moment. De tuin is functioneel en spiritueel tegelijk: het scheidt de buitenwereld van de plek van inkeer.

Je veegt je voeten aan de steen, maar ook je zorgen aan de lucht.

5. Kaiyū-shiki - de rondwandeltuin

Gemaakt om te wandelen, te beleven, te ontdekken. Vaak groter van schaal, met waterpartijen, eilandjes, en uitzichtpunten die zich pas beetje bij beetje prijsgeven. Deze tuinen vind je bij paleizen of historische domeinen. Alles draait om beweging en seizoenen, je stapt letterlijk door een verhaal.

Geen wandeling is ooit dezelfde. De tuin verandert met het licht, de wind, de tijd.

En jouw tuin?

Hoewel deze tuinen eeuwenoud zijn, leven ze vandaag voort in een eigentijdse context. Ook in Vlaanderen kan een Japanse tuinhoek rust brengen. Soms in de vorm van een kleine vijver, een bonsaihoekje of een stapsteenpad. Het gaat niet om de grootte of perfectie, maar om intentie.

Wil je ook een tuin die niet alleen groeit, maar ook tot rust laat komen? Wij helpen je graag.

 

In het derde en laatste deel van deze reeks neem ik je mee naar de filosofie achter de vijvers. Hoe denken, religie en esthetiek samensmelten tot iets unieks, en hoe we dat ook hier kunnen cultiveren.

 

Tot binnenkort,

Aaron
zaakvoerder Mycoria

"Shizukesa wa mizu no gotoshi."
静けさは水の如し
"Rust is als water - zacht, maar krachtig."