Beste lezer,
Welkom bij het eerste deel van een bijzondere trilogie over de magie van Japanse tuinen.
In deze reeks nemen we je mee op een persoonlijke en filosofische reis langs de oorsprong van onze fascinatie met de Japanse tuintraditie. Dit eerste deel vertelt het begin van die liefde, de eerste ontmoetingen met de harmonie, rust en verfijning die zo kenmerkend zijn voor deze tuincultuur.
Van bewondering tot verwondering
Mijn naam is Aaron, oprichter van Mycoria en ook de schrijver van deze blog. Mijn band met Japan begon al lang voor ik er voet aan wal zette. Van jongs af aan was ik geboeid door alles wat met het land te maken had: van martial arts tot cultuur, van rituelen tot eenvoud.
Tijdens een van mijn eerste reizen naar Japan werd ik diep geraakt door iets onverwachts. Niet een grootse tempel of bruisende stad, maar... een klein vijvertje. Slechts twee vissen zwommen er kalm hun rondjes in kraakhelder water, ergens langs een vergeten plattelandsweg. Het was een verstild tafereel, haast schilderachtig, en het voelde alsof het water zelf ademde.
In Japan is water niet zomaar een element. Het leeft, het verbindt, en het beschermt. Het vormt het kloppende hart van tuinen, steden en rituelen.
De man in het mos
Op een bloedhete zomerdag in augustus (het was bijna 40 graden) vond ik beschutting in een Japans park. Ik zat op een bankje onder hoge bomen, nippend van een flesje Pocari Sweat (een Japans elektrolytendrankje), toen ik plots een man geknield zag zitten in het mos.
Hij was moeilijk in leeftijd te schatten, ergens tussen de 60 en 120, schatte ik, maar zijn aanwezigheid straalde een stille autoriteit uit. Gehuld in lange kleding met ingebouwd ventilatiesysteem, een petje en een mondmasker, zat hij daar… niet om te rusten, maar om te werken. Niet met een schop of schaar, maar met een pincet. Ja, een pincet. Met uiterste precisie verwijderde hij ongewenst mos, oneffenheden, een blad hier, een sprietje daar. Het was pure toewijding. Geen obsessieve controle, maar eerder een vorm van eerbied voor wat was. Dit was wabi-sabi (δΎε―): het Japanse concept dat schoonheid vindt in vergankelijkheid, imperfectie en eenvoud. Ik was diep onder de indruk van zijn rust, zijn focus en de bescheiden harmonie tussen mens en natuur.
Mijn eigen kleine tuinervaring
Een jaar later verbleef ik enkele maanden in een traditioneel Japans huis uit de jaren '30. Aan het huis lag een kleine tuin, ingetogen en eenvoudig, maar vol karakter. Daar kreeg ik voor het eerst zelf de kans om mijn handtekening te zetten: ik herstelde een bamboe-afscheiding, legde afgebroken stapstenen terug op hun plek, en leerde de kracht van balans kennen.
Later, tijdens een tocht in de bergen, ontdekte ik een meer, diep verscholen in het groen. Een natuurlijke, wilde tuin. De plek heette, als ik het mij goed herinner, “Dragon Hill”. Enkel te bereiken via een lange klim en een smalle bosweg. Daar, bij het water, ontvouwde zich een oase van rust. De eerste herfstkleuren spiegelden in het wateroppervlak, en een enorme bidsprinkhaan begroette ons als wachter van dit heiligdom. Alles voelde… perfect. Of beter: volmaakt in zijn onvolmaaktheid.
Droom je van een stukje Japan in je eigen tuin?
Heb je zelf interesse in een Japanse tuinhoek, een rustplek in je eigen buitenruimte? Neem gerust contact met ons op. We bekijken graag samen hoe we een plek van evenwicht en stilte voor jou kunnen creëren.
Of ga eens op verkenning in de prachtige Japanse tuin in Hasselt, een geweldige bron van inspiratie.
In de volgende blog nemen we je mee naar de verschillende soorten Japanse tuinen en hun unieke eigenschappen. Tot snel!
Aaron
Mycoria – Bio-Hoveniers & Bosbeheer
π ε°γγͺιγγγγζ·±γζεγγγγγγ
(Chiisana shizukesa ga, fukai kandΕ o motarasu.)
“Kleine stiltes brengen diepe ontroering.”